Afkomstig van "het lant van Bomine"

DIRCK ADRIAENSEN, de stamvader van de familie Dirckx – Dirks(x), werd in 1605 geboren waarschijnlijk te Bommenede (Schouwen-Duiveland). Volgens zijn trouw- en overlijdensakte is hij zeker afkomstig “van het lant van Bomine”.
Door de roerige tijden waarin Dirck Adriaensen en zijn ouders leefden, zijn veel kerkelijke akten van Bommenede verloren gegaan. Een doopakte van Dirck is niet gevonden, zodat zijn juiste geboortedatum en de namen van zijn ouders niet meer te achterhalen zijn. Het is ook niet bekend wanneer hij vanuit Bommenede is vertrokken naar het nog jonge Breskens, waar hij in 1627 trouwt met Adriaenken Vermeulen. Het vertrek naar Breskens zal in elk geval ná 1610 zijn geweest als de onder-gelopen polders van Breskens droog zijn en weer herdijkt. Dirck Adriaensen zal met de veerboot van Bommenede naar Breskens zijn gegaan. Een veer was ook destijds in een waterrijk gebied al heel gewoon. Zo is bekend dat rond 1600 het veer van het Hollandse Hellevoetsluis naar Zeeland erg belangrijk was. Het werd gepacht door de stad Brielle om invloed uit te oefenen op de verkeersstroom van Holland naar Zeeland. Er was toen onder andere een veerdienst met het stadje Bommenede. Het ging hier om het vervoer van aanzienlijke aantallen personen en vracht.

Het stadje Bommenede op een oude kaart van Schouwen-Duiveland (1545).

Het voormalige eiland Bommenede aan de Grevelingen werd al in 1153 genoemd als eigendom van het Cisterciënzer-klooster van Ter Duinen in Vlaanderen, maar behoorde tot Hollands gebied hoewel het wel tot Zeeland werd gerekend. Bommenede werd in 1413 ingedijkt. Het dorp overleefde twee grote overstromingen in 1530 en 1532 en een brand in 1540. Tijdens de Allerheiligenvloed van 1570 was het inmiddels tot stadje geworden dorp Bommenede van de buitenwereld afgesneden. Alle dijken in de buurt waren volledig weggevaagd. Koning Philip liet Bommenede droogleggen en verleende op 24 maart 1571 zijn privileges aan het gebied. Hij moest wel, want Brouwershaven probeerde garen te spinnen bij de ellende van zijn totaal ondergelopen buurstad. Niemand wilde terugkeren naar Bommenede als daar het prijskaartje van 3000 Vlaamse ponden aan hing en alleen grote belasting-voordelen konden helpen. Bommenede kreeg in 1571 vrijstelling van tien jaar belastingbetaling. Toch heeft Brouwershaven van de gelegenheid gebruik gemaakt om van zijn concurrent af te komen. Royaal nodigde die stad de inwoners van het verdronken vestingstadje uit om in Brouwershaven te komen wonen en verleende hun vrijstelling van belastingen, het gratis poorterschap en toebedeling van grond om een huis te mogen bouwen. Wel moesten de schippers in ruil voor dat voorrecht een vaantje met het stadswapen van Brouwershaven in het tuig voeren, waarmee zij in feite ingelijfd waren in het schippersgilde van Brouwershaven. Zo was de concurrentie van het naburige handelsstadje snel en eenvoudig om zeep geholpen.

Gezicht op het stadje Bommenede ca.1650  (bron: het geheugen van nederland)

Door de adviezen van opperdijkgraaf Werckender is Bommenede uiteindelijk weer herdijkt. In 1574 werd de stad verder verstrekt om klaar te zijn voor een eventuele belegering door de Spanjaarden. Toen werden de landlieden van Schouwen die in het bezit waren van een span paarden opgeroepen om veertien dagen lang te komen werken aan de versterkingen van Bommenede, Brouwershaven en Zierikzee. Het heeft echter niet meer zijn oude bloei gekregen. In 1575 verwoestten de Spanjaarden het versterkte Bommenede, nadat zij het garnizoen en de burgerij vrijwel tot de laatste man uitgeroeid hadden. Het kwam die klap nooit te boven. De stormvloed van 1682 heeft het stadje definitief in zee doen verdwijnen. De laatste bewoners vertrokken in 1684. Pas na de teloorgang, werd in 1686 het gebied door de Staten van Holland overgedragen aan Zeeland. Nog jarenlang heeft de kerk van het ondergelopen Bommenede te midden van de golven als een angstaanjagend baken in zee gestaan.

De bestorming van Bommenede door de Spanjaarden.
Gravure door Willem Baudartius (1616).